Artikel: Etniciteit en Covid-19: negeer de rol van werk(loosheid) niet
Covid-19 komt vaker voor bij mensen met een migratie-achtergrond. NRC Handelsblad meldde 31 oktober: “In de Randstad liggen de Corona-IC’s vol migranten.” Dezelfde constatering wordt gedaan in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en België. Er wordt nog steeds druk gespeculeerd over de oorzaken. In het achtuurjournaal van 8 november vertellen Brusselse artsen dat zij een informatie-achterstand vermoedden bij Covid-patiënten met een migratie-achtergrond; daarom vragen ze jongeren uit die groep voorlichtingsfilmpjes te maken.
In alle mogelijke verklaringen missen wij een analyse van de rol van werk en werkloosheid. Bij Covid-19 gaat het primair om blootstelling. Er zijn, bezien vanuit de cijfers en vanuit de praktijk, drie redenen waarom mensen tussen 15-75 jaar (de beroepsbevolking) met een migratie-achtergrond vaker blootgesteld worden aan Covid-19.
Ten eerste: werknemers in bepaalde sectoren hebben een hogere blootstelling, en in twee van deze sectoren (horeca en welzijn/gezondheidszorg) werken relatief meer mensen met een migratie-achtergrond. Omdat in de horeca een half miljoen en in de gezondheidszorg 1,25 miljoen mensen werken, gaat het al snel om grote aantallen. In de horeca zien we een wat grotere blootstelling dan de gemiddelde werknemer en duidelijk meer werknemers met een migratie-achtergrond. Volgens het Amerikaanse bureau voor de statistiek (ONET) zijn gezondheidszorgwerkers in vergelijking met overige werknemers altijd het meest (dichterbij én vaker) blootgesteld aan besmettingen. Maar in de VS werken relatief veel immigranten als (tand)arts, verplegende of verzorgende en in Nederland lijkt dat alleen voor welzijnswerk op te gaan, volgens abf research. Cijfers ontbreken over de precieze verdeling binnen de gezondheidszorg: wellicht werken in Nederland in bijvoorbeeld de ouderenzorg wel relatief meer mensen met een migratie-achtergrond.
Ten tweede werken mensen met een migratie-achtergrond vaker ‘aan de onderkant van de arbeidsmarkt.’ Hun werkgevers nemen het minder nauw met de Arbowet en Coronamaatregelen. Er is sprake van beperkt toezicht en verdunde verantwoordelijkheid vanwege onderaanneming. Veel blijft onder de radar; alleen de slachterijen zijn goed in beeld gekomen. Deze laagbetaalde werknemers hebben minder vaak een eigen auto. Ze delen de auto, een bedrijfsbusje of gaan met openbaar vervoer, en kunnen dus minder afstand bewaren. De invloed op de eigen werksituatie klein, en uit angst het werk te verliezen zal men zwijgen als anderen zich niet aan de regels houden.
Ten derde zijn mensen met een migratie-achtergrond vaker werkloos en blijkt (gedeeltelijke) werkloosheid een grote risicofactor om besmet te raken met Covid-19. Werkloosheid is in Nederland bijna twee keer zo hoog onder mensen met een Westerse migratie achtergrond en bijna drie keer zo hoog onder mensen met een niet-Westerse migratie achtergrond. Wahrendorf en collega’s hebben gekeken naar mensen met een uitkering en Covid-besmettingen in een groot representatief Duits onderzoek. Degenen die gedeeltelijk werkloos waren of kort werkloos hadden 1,3 keer meer kans op Covid-19 besmetting dan de gemiddelde werknemer; langdurig werklozen zelfs bijna twee keer zoveel.
Hoe werkloosheid precies tot meer Covid-19 besmetting leidt, is niet onderzocht, maar armoede speelt ongetwijfeld een rol. Arme mensen komen onvermijdelijk met meer mensen in contact: in het openbaar vervoer, in de lift van de hoogbouwflat, bij het zelf boodschappen doen in meerdere winkels vanwege lage prijzen (in plaats van laten thuisbezorgen), in het delen van computer, fiets, wasmachine, auto, woonruimte etc. Ook leidt armoede tot minder internettoegang en minder geld voor mondkapjes.
Deze cijfers sluiten aan bij de observaties in de praktijk. Dona Daria – een organisatie in Rotterdam voor emancipatie, participatie en sociale inclusie – krijgt inderdaad signalen over doorwerken met klachten om het rooster rond te krijgen of uit angst voor inkomensverlies. Er wordt door Dona Daria niet herkend dat mensen met een migratie-achtergrond zich overmoediger zouden gedragen en dus blootstelling opzoeken. Er is juist veel inzet om informatie over Corona goed te verspreiden. Oudere migranten namen zelf het initiatief buiten een mondkapje te dragen. In het begin van de pandemie was Nederlandse overheidsinformatie over de maatregelen erg talig; inmiddels is er meer aandacht voor informatie in eenvoudige taal en beeldtaal.
Welke lessen leren we hieruit? Dat mensen met een migratie-achtergrond vaker (ernstig) besmet raken met Covid-19 komt deels door armoede, deels door hun werk en deels door factoren die hier niet besproken zijn. Armoedehulpverlening, welzijnswerk en de gezondheidszorg moeten inderdaad, zoals de burgemeesters van 15 (middel)grote steden al bepleitten, onorthodoxe maatregelen nemen om voor alle burgers blootstelling aan het virus te verminderen. Denk aan het uitdelen van mondkapjes, bij bijvoorbeeld de Voedselbank. Denk aan toegang tot informatie; Dona Daria heeft in maart al gepleit voor gratis wifi voor alle Rotterdammers. Zorg voorts dat overal werknemers bij klachten thuisblijven, en waarborg op alle werkplekken de anderhalve meter of zorg voor beschikbaarheid van beschermende kleding. Het is noodzakelijk dat het RIVM, de GGD-en en Inspectie SZW extra controleren op werkplekken ‘aan de onderkant van de arbeidsmarkt’ en dat iedereen zich inzet voor de rechten van kwetsbare werknemers.
Dit artikel is een bijdrage van:
Angelique de Rijk is hoogleraar Arbeid en Gezondheid aan de vakgroep Sociale Geneeskunde, Universiteit Maastricht
Wendy de Rijk is regio directeur bij Dona Daria. Dona Daria streeft ernaar dat iedereen op een gelijkwaardige manier deelneemt aan de maatschappij. Dit betekent werken aan dezelfde kansen, keuzevrijheid en gelijke mogelijkheden voor alle mensen.
Beeldmateriaal via Unsplash.
Bezoekadres
Gerard Scholtenstraat 129, 3035 SJ Rotterdam
010 4659296
info@donadaria.nl
Dona Daria is een ANBI instelling – Kamer van Koophandel : 24.38.83.25 – Fiscaal nummer: 8156.03.551